top of page
iStock-628034476.jpg

ECONOMIE

eco1

De economie moet bijdragen aan een veilige en rechtvaardige samenleving voor alle inwoners van Nederland en moet veerkrachtig genoeg zijn om hedendaagse uitdagingen te kunnen doorstaan. En uitdagingen zijn er na de val van kabinet Rutte IV in overvloed. Enerzijds door onvoorziene omstandigheden die buiten onze invloedsfeer liggen, zoals de oorlog in Oekraïne, en anderzijds door ronduit verkeerd overheidsbeleid van de voorgaande kabinetten, is er sprake van een opeenstapeling van crises die een volgende generatie politici moet zien te bezweren. Dat wordt een zware klus.

 

Veel mensen hebben het financieel zwaar gehad de afgelopen jaren en velen van hen hebben het nog steeds zwaar. Bijvoorbeeld door de inflatie, het gebrek aan betaalbare woningen en gestegen energielasten. Niet alleen de lagere inkomens hebben het moeilijk om rond te komen, zelfs tweeverdieners met een modaal inkomen hebben het tegenwoordig moeilijk. 

De armoedecijfers wekken afschuw op. Hoe is het mogelijk dat we in één van de rijkste Europese landen zo’n armoede ervaren? Er zijn veel werkende armen: mensen die met een of twee banen toch niet genoeg verdienen om in hun onderhoud te voorzien. Daarbij is in de afgelopen jaren de zogenaamde participatiesamenleving doorgeslagen, waardoor goedwillende mensen die niet goed mee konden komen in een veeleisend systeem, één voor één kopje onder gingen in een zee van regeltjes en onvoorziene kosten. Voor velen staat niets minder dan hun bestaanszekerheid op het spel.

​

Ook veel ondernemers hebben het moeilijk. Nu het tijd is om de corona-leningen terug te betalen aan de staat, zullen sommige bedrijven alsnog de deuren moeten sluiten. Er is een groot gebrek aan personeel. Er is een tekort aan grondstoffen, energie, geld en ecologische ruimte om projecten doorgang te laten vinden.

​

Maar ondanks alle tegenslag, is er juist bij veel mensen en het bedrijfsleven de wil om weer positief bij te dragen aan een gezonde en bloeiende economie. En wat Splinter betreft krijgt iedereen ook de kansen die nodig zijn om dat te doen. Er komt een einde aan het huidige beleid dat hen vaak onnodig ontmoedigt of kansen, middelen en mogelijkheden ontneemt. Splinter wil het leven in veel opzichten mooier en makkelijker maken.

​

Splinter kiest voor effectieve oplossingen voor iedereen. Van burgers, het MKB en familiebedrijven, ZZP’ers tot de verschillende spelers in de financiële sector.

​

Een duurzame economie biedt zekerheid en kansen voor iedereen

​

Een van de grootste uitdagingen voor de economie is, enerzijds: een (lokaal) economisch systeem te ontwerpen dat voorziet in ieders essentiële levensbehoeften, zoals gezond en betaalbaar voedsel, een betaalbaar huis in een groene klimaatbestendige omgeving, hoogkwalitatieve gezondheidszorg en het hebben van zeggenschap over het eigen leven. En anderzijds het beschermen en leefbaar houden van de planeet voor huidige en toekomstige generaties. Het is daarom belangrijk om gezondheid en welzijn voor mens, dier, natuur en milieu als onmisbare elementen te zien. Ons economisch model dient daarmee in balans te worden gebracht: een houdbare economie blijft namelijk binnen de draagkracht van de aarde.

Onze economie zit daarom in een overgangsfase. We komen uit een industrieel model. Kenmerk daarvan is dat we een groot beroep doen op natuurlijke hulpbronnen en menselijk kapitaal. Die gebruiken we om onze economische groei te bekostigen. Maar in die twee pijlers is een enorme schaarste ontstaan. Door de oorlog in Oekraïne en de energiecrisis die erop volgde, is dat nog pijnlijker duidelijk geworden. Mens en natuur kunnen we als samenleving niet blijven uitputten.

Daarvoor is een omwenteling nodig in het economisch denken, oftewel een systeemverandering. Ons economisch systeem is afhankelijk van de samenleving die ze dient, maar ook van een beperkte hoeveelheid grondstoffen die de aarde kan bieden. Op dit moment is het economisch systeem financieel, politiek en sociaal te veel gericht op het stimuleren van niet-duurzaam consumentisme. Dit gaat ten koste van kwetsbare mensen op de arbeidsmarkt en de planeet, die een eindige hoeveelheid aan natuurlijke grondstoffen biedt. Een schoon milieu, een stabiel klimaat, natuur en biodiversiteit zijn geen luxe. Extreme ongelijkheid en armoede zijn het gevolg van fouten in het economisch systeem die hersteld moeten worden. Splinter staat voor oplossingen die iedereen laat profiteren. Waar mogelijk op een zo’n kort mogelijk termijn, want gezien de armoedecijfers hebben we geen tijd te verliezen. Maar we zetten ook nadrukkelijk een stip op de horizon: het ontbreekt in de politieke waan van alledag te vaak aan een doordachte langetermijnvisie, maar die is wel hard nodig.

​

“Je verandert dingen nooit door de bestaande realiteit te bestrijden. Om iets te veranderen, bouw je een nieuw model dat het bestaande model overbodig maakt.” – Buckminster Fuller

​

Systeemverandering: oplossingen voor een duurzame en eerlijke economie

​

De Britse econoom Kate Raworth ontwikkelde een nieuw economisch model dat goede aanknopingspunten voor verbetering biedt: de donut-economie. Splinter ziet dit model en de systeemverandering die het nastreeft als een belangrijke leidraad in economische besluitvorming ten aanzien van de benodigde positieve omslag.

​

Voor Splinter is het logisch dat de vervuiler betaalt. Dus bij productie met een grote milieu impact en consumptie van producten waarvan de schaarse grondstoffen niet of minder goed gerecycled kunnen worden, is het voor Splinter dan ook logisch om deze producten zwaarder te belasten. Dat heeft tot gevolg dat arbeid en ondernemen minder zwaar belast hoeven te worden. Daardoor wordt vervuilen steeds minder aantrekkelijk, wat schone innovatie stimuleert. Als arbeid goedkoper wordt en daarmee de werkgeverslasten verminderd worden, wordt het ook minder risicovol en aantrekkelijker om mensen in dienst te nemen en te houden. Door de koopkracht van burgers te vergroten blijft er ook meer geld over om duurzame keuzes te maken.

Splinter is nadrukkelijk niet tegen het maken van een gezond en normaal rendement op investeringen, maar streeft wel naar een eerlijke en sociale herverdeling van inkomsten en het scheppen van kansen voor met name nieuwe ondernemingen, coöperatieve samenwerkingsvormen, het stimuleren van bestaande MKB- en familiebedrijven en zelfstandigen. 

​

De welvaart in Nederland moet ook anders worden gemeten. Welvaart kan namelijk niet alleen worden afgemeten aan het nationale inkomen, het bruto binnenlands product (BBP, omdat het bijvoorbeeld niet meet hoe gelukkig mensen zijn. 

Welvaart gaat verder dan alleen financieel gewin. Het realistisch meten van de Nederlandse welvaart kan alleen door gebruik van een breed begrip van welvaart. Deze welvaart is duurzaam, geeft iedereen een kans om mee te doen en voorkomt werkloosheid. Maar hierbij worden bijvoorbeeld ook de kwaliteit van de natuur en het milieu, de kwaliteit van het onderwijs en de gezondheidszorg gemeten. Brede welvaart hangt ook sterk samen met ondernemerschap en met de werkenden die nodig zijn om die welvaart op peil te houden. Eenieder moet zijn boterham kunnen verdienen en tezamen moeten we het geld verdienen voor de voorzieningen voor mensen die dat zelf niet kunnen. 

​

Bij het ontwikkelen van overheidsbeleid dienen de effecten op de brede welvaart standaard inzichtelijk te worden gemaakt. Splinter is het met Kim Putters, voorzitter van de Sociaal Economische Raad (SER), eens dat de discussie over het vraagstuk hoe we in Nederland een ‘brede welvaart’ creëren, steviger moet worden gevoerd. Een aanvullende generatietoets zal inzichtelijk maken hoe bepaalde overheidsmaatregelen en economische activiteiten uitpakken voor jongere en toekomstige generaties. Ook wordt in kaart gebracht hoe onze welvaart in Nederland wel of niet ten koste gaat van het welzijn elders in de wereld. Bedrijven en sectoren moeten zich omvormen om te kunnen verduurzamen. Daar hebben ze zelf een verantwoordelijkheid in, maar de overheid heeft ook de plicht ze ondersteuning te bieden. 

​

Duurzame keuzes voor de economie van de toekomst

​

Met de manier waarop we in de wereld voedsel produceren, namelijk geglobaliseerd, in massaproductie en monocultuur, lopen we een groot risico op voedselschaarste en oplopende prijzen. We zagen het al toen de oorlog uitbrak in Oekraïne: opeens bleek het lot van deze wereldgraanschuur onlosmakelijk verbonden met het aanbod van graanproducten in onze supermarkt en daarmee met de voedselprijzen. De geglobaliseerde voedselproductie is doorgeslagen en maakt voedselaanbod en de voedselprijzen niet alleen kwetsbaar voor oorlog, maar ook voor natuurrampen en mislukte oogsten door weersextremen. En de voedseldistributie is ook nog eens slecht voor het klimaat.

​

Als steden zich verantwoordelijk gaan voelen voor de lokale voedselproductie van de inwoners, neemt onze afhankelijkheid van oogsten in het buitenland af. Door lokale voedselproductie rondom de steden te positioneren en innovatieve oplossingen zoals ‘rooftopfarming’ en creatief omgaan met restwarmte te stimuleren, kunnen we CO2uitstoot besparen, evenals energie, en onnodige mobiliteit voor voedseltransport voorkomen. Het is goed voor onze gezondheid en de sociale cohesie.

Splinter wil dat Nederland een voortrekkersrol vervult in de ontwikkeling van zogenaamde ‘Sustainable Urban Delta’, een duurzame stedelijke delta. Met de Nederlandse groene zones rondom de steden, wil Splinter nieuwe verbindingen aanjagen op sociaal, ecologisch en economisch gebied. 

​

Door de voedselproductie weer dicht bij de mensen te brengen, creëren we sociale cohesie, een groene leefomgeving, werkgelegenheid, een gezonde samenleving en daarmee brede welvaart. We zijn hiermee een voorbeeld voor de rest van de wereld.

​

Bestaanszekerheid en arbeidsmarkt

 

Bestaanszekerheid voor iedereen en effectieve armoedebestrijding

​

De oorlog in Oekraïne en de daaropvolgende energiecrisis heeft het aantal huishoudens in armoede verder vergroot. Volgens recent onderzoek is 60% van de Nederlanders financieel ongezond of kwetsbaar. In het afgelopen jaar had 20% van de Nederlandse huishoudens moeite met het betalen van primaire kosten voor levensonderhoud. En het aantal kinderen dat onder de armoedegrens leeft neemt toe naar 300.000! Onderzoek laat ook zien dat er een gezondheidskloof is: mensen in armoede hebben een lagere levensverwachting en minder gezonde jaren dan mensen die het financieel breed hebben. Veel mensen in armoede lijden in stilte en vinden vaak pas te laat de weg naar hulp.

 

Armoede is iets wat iedereen in Nederland kan overkomen en het is een rijk land onwaardig om deze situatie nog langer voort te laten bestaan. Het is daarom van het grootste belang dat de overheid burgers de kans biedt financieel zekerder te worden, zich te ontwikkelen, te ontplooien, en hun gezondheid te bevorderen, kortom: bestaanszekerheid te bieden.

Het is tijd voor een overheid die voor haar burgers opkomt. Voor Splinter zijn daarbij de volgende prioriteiten van het grootste belang:

​

  • Een toereikend inkomen voor iedereen. Voor gelijk werk dienen mensen gelijk loon te ontvangen. Een salaris voor een fulltimebaan zou voldoende moeten zijn om van te leven, dus volledig in de eerste levensbehoeften te voorzien. Ook met kinderen. En ook voor wie alleenstaand is, in vaste dienst is, of als ZPP’er werkt. De armoedeval wordt tegengaan: werk moet lonen. We zien steeds meer werkende armen met twee banen of meer, die het hoofd niet boven water kunnen houden. Het sociaal minimum gaat omhoog. We stimuleren duurzaam ondernemerschap in het MKB en het bevorderen van regionale productie en lokaal ondernemerschap.

​

  • We zorgen voor een zorgsysteem waarin niemand zorg hoeft te mijden omdat het eigen risico onbetaalbaar is. Door mensen preventief te helpen om gezond te blijven, worden mensen weerbaarder en veerkrachtiger. Hierdoor komen mensen minder snel in de neerwaartse spiraal terecht die door armoede wordt veroorzaakt. 

  •  

  • Geen onnodige verhoging van schulden. De schuldenindustrie, waarbij een simpele tandartsrekening van een paar tientjes kan oplopen tot honderden euro’s, wordt verder aan banden gelegd.

​

  • Een eenvoudig systeem van regelingen en toeslagen. We willen het stelsel van regelingen en toeslagen dusdanig hervormen dat de kans op het moeten terugbetalen geminimaliseerd wordt. Pilots met een basisinkomen, waardoor ook andere uitkeringen en toeslagen zouden kunnen worden afgeschaft of versimpeld, wordt breed uitgezet. 

​

Gemeenten worden door de Rijksoverheid gestimuleerd om vanuit vertrouwen actief mee te denken aan oplossingen voor mensen die net buiten alle regelingen vallen en toch niet meer kunnen rondkomen.

​

  • Kinderopvang wordt 100% kosteloos voor ouders, ongeacht of ze (betaald) werken of niet. Op deze manier wordt gelijkheid op de arbeidsmarkt gestimuleerd en krijgen ook werkzoekende of parttime-werkende ouders meer ruimte om actief te zijn op de arbeidsmarkt. 

​

  • Ruimte voor decentrale overheden om te komen tot échte oplossingen voor problematische schulden.

  • We gaan mobiliteitsarmoede tegen: het OV moet betrouwbaar en betaalbaar zijn. Voor wie nu naar werk, school, de dokter of een andere bestemming gaat.

​

  • Meer aandacht voor jongeren en hun financiële positie. In 2022 kon bijna de helft van de jongeren moeilijk rondkomen. Dat mogen we als samenleving niet laten gebeuren. Jongeren moeten zelfstandig rond kunnen komen, zonder zich in de schulden te steken of afhankelijk te zijn van de steun die ze vanuit thuis krijgen.

  • De kostendelersnorm komt te vervallen: mensen in hetzelfde huishouden hebben ook recht op een bijstandsuitkering. Ook de verplichte tegenprestatie zoals passende arbeid als voorwaarde voor een bijstandsuitkering wordt afgeschaft. 

 

  • De kansen voor werkzoekenden op duurzaam werk moeten vergroot worden, bijvoorbeeld door het verzorgen of financieren van bij- of omscholingstrajecten richting kansrijke of gewilde beroepen op de arbeidsmarkt. Een verplichte tegenprestatie staat dergelijke trajecten nu nog vaak in de weg en zorgt er alleen voor dat mensen van het ene tijdelijke baantje naar het andere moeten gaan. 
     

  • Er komt een breed om- en herscholingsprogramma voor beroepen waar in de toekomst (veel) minder behoefte aan is. Ook de mensen die door de coronacrisis hun baan zijn kwijtgeraakt krijgen brede steun voor omscholing als zij dat willen.
     

  • Bijstandsgerechtigden krijgen een maandelijkse vrije ruimte van € 200,00 netto. Dit is het bedrag dat zij bij kunnen verdienen zonder dat dit gevolgen heeft voor hun uitkering of eventuele toeslagen. De vrije ruimte kan ook gebruikt worden voor het aannemen van giften in geld of natura. De vrije ruimte vervalt aan het eind van de maand, het opsparen ervan kan niet.

 

  • Werkzoekenden kunnen makkelijker vrijwilligerswerk en stages doen, ook als dat werk niet direct op terugkeer naar de arbeidsmarkt is gericht. Deze activiteiten tellen voortaan mee als zinvolle voorbereiding op terugkeer naar de arbeidsmarkt.
     

  • De versobering van het vangnet voor jongeren met een beperking (de Wajong) wordt teruggedraaid. Hen wordt kansen gegeven op een zinvolle en nuttige dagbesteding met doorgroeimogelijkheden naar een passende betaalde baan.

 

  • Er komt een nieuw type sociale werkvoorziening. Daarmee kunnen alle mensen met een arbeidsbeperking dicht bij huis betekenisvol werk doen, met voldoende begeleiding en voor een fatsoenlijk loon.
     

  • Vrijwilligerswerk en mantelzorg worden beter gewaardeerd. Ook worden de mogelijkheden vergroot om een baan te combineren met vrijwilligerswerk en mantelzorg.

 

  • Een basisinkomen kan onder de juiste randvoorwaarden inkomenszekerheid bieden en daarmee zorgen voor een betere bestaanszekerheid voor veel mensen die nu moeite hebben om financieel rond te komen. Ook kan het de positie van werknemers richting werkgevers versterken. Er komt een groot pilot naar het basisinkomen waarbij alleen mensen met een lager inkomen daadwerkelijk een basisinkomen ontvangen. 
     

  • De sollicitatieplicht voor 60-plussers wordt afgeschaft en daarvoor in de plaats kan er vrijwilligerswerk, kinderopvang of mantelzorg worden verricht.

 

  • De arbeidsinspectie krijgt een breder mandaat om zelf onderzoek te doen en gaat ook handhaven op de naleving van CAO-lonen, discriminatie en sociale veiligheid. De arbeidsinspectie gaat daarbij ook nadrukkelijk in gesprek met medewerkers.
     

  • De verlofregeling voor ouders wordt verruimd: de bestaande negen weken, deels betaalde, verlofregeling wordt omgezet in drie maanden volledig betaald. Ouderschapsverlof voor beide ouders wordt mogelijk.
     

  • Arbeidscontracten worden beperkt tot: tijdelijk en vast voor regulier werk, uitzendcontract om tijdelijk ziekte of grote drukte op te vangen en het zelfstandigencontract voor ZZP’ers. Uitzendkrachten krijgen recht op dezelfde arbeidsvoorwaarden als werknemers in dienst. 
     

  • Schijnzelfstandigheid wordt tegengegaan en medewerkers worden niet gedwongen om ZZP’er te worden.

 

  • De lonen in de publieke sector worden meer in lijn gebracht met vergelijkbare lonen in de commerciële sector.

 

  • Diagnoses zoals autisme, dyslexie en AD(H)D worden nog te vaak gezien als een belemmering voor een loopbaan in het bedrijfsleven. Neurodiversiteit komt neer op verschillende type breinen, en dus op verschillende type talenten. Er zou juist meer aandacht moeten komen voor de talenten die deze neurodiverse mensen hebben. Bedrijven moeten de unieke eigenschappen goed benutten in plaats van af te schrijven als stoornis of handicap. Ook kan onderzocht worden of banen aangepast kunnen worden om de kwaliteiten van neurodiverse medewerkers optimaal te benutten, wat ook wel ‘job crafting’ wordt genoemd. Neurodiverse mensen kunnen hierdoor volwaardig meedraaien in de samenleving, in plaats van weggezet te worden vanwege hun unieke kenmerken.
     

Kinderen in armoede

 

  • Ieder kind is even belangrijk en alle kinderen moeten volwaardig mee kunnen doen. Splinter staat voor gelijke rechten en gelijke kansen, ook voor kinderen. Een voorwaarde voor gelijke kansen is het kunnen opgroeien zonder armoede.
     

  • Er moet uitvoering worden gegeven aan de vastgestelde streefwaarde om het aantal kinderen in armoede in 2030 tot minimaal de helft terug te dringen. Over de voortgang moet gerapporteerd worden aan de Kamer.
     

  • Steeds meer kinderen kunnen niet sporten omdat de ouders geen geld hebben voor de contributie, het lesgeld of de sportuitrusting. Splinter vindt dat iedereen tot 18 jaar gratis moet kunnen sporten, ook omdat dit bijdraagt aan een gezonde levensstijl en veel later (zorg)kosten kan voorkomen. Voor de aanschaf van sportuitrusting voor ouders die daar eigenlijk te weinig geld voor hebben komt een speciaal fonds waar de sportclubs kunnen aankloppen. Private organisaties die dit fonds willen ondersteunen kunnen dat fiscaal gunstig doen. 
     

  • De overheid dient te zorgen voor een integrale aanpak en voldoende financiële middelen voor armoedebestrijding onder kinderen, waarbij niet alleen wordt ingezet op het compenseren van de gevolgen van armoede maar ook op actieve bestrijding daarvan.
     

  • Geef kinderen een zelfstandig recht op sociale zekerheid, door het voorbehoud van Nederland bij artikel 26 van het VN-Kinderrechtenverdrag in te trekken.
     

  • Splinter wil kinderen de mogelijkheid geven om op te groeien zonder financiële zorgen, met toegang tot goed onderwijs, gezondheidszorg en andere basisvoorzieningen. We bevorderen inclusief onderwijs dat is afgestemd op de behoeften van individuele kinderen en jongeren.

 

  • Scholen zijn belangrijk in het vroegtijdig signaleren van armoede binnen gezinnen, bijvoorbeeld als een leerling zonder eten naar school komt. Naast deze signaleringsfunctie richting hulpverlening kunnen de scholen ook zelf helpen. Hierbij valt te denken aan het verzorgen van schoolmaaltijden en eventueel een schoolontbijt waarvoor een vrijwillige bijdrage aan de ouders gevraagd kan worden.

 

Schuldenproblematiek en banken

 

In 2022 was volgens cijfers van het Nibud 60 procent van de Nederlanders financieel ongezond of kwetsbaar, tegen 50 procent in 2021. Ook kan slechts de helft (54 procent) van de huishoudens alle rekeningen zonder problemen betalen.​ Het CPB waarschuwt dat er in 2023 meer mensen in armoede gaan belanden, ook door het wegvallen van de steun aan huishoudens voor de hoge energieprijzen. De overheid dient ervoor te zorgen dat het leven voor iedereen betaalbaar blijft. 

Geldproblemen zorgen niet alleen voor stress en problemen bij mensen zelf. Ze beïnvloeden ook zijn of haar omgeving en de gehele maatschappij. Als mensen zo erg in de problemen zitten kunnen ze vaak vanwege de stress niet meer goed functioneren en lukt het ze doorgaans niet meer om er zelf uit te komen. Dit heeft vaak ook nadelige gevolgen voor de gezondheid, wat bijvoorbeeld weer leidt tot hogere zorgkosten. 
 

  • Het voorkomen van, of het vroegtijdig aanpakken van, financiële problemen, levert veel winst op. Winst voor het welzijn van mensen maar ook flinke economische winst. Minder zorgen is minder stress, een betere gezondheid en minder zorgkosten. 
     

  • Net als bij de medische zorg pleit Splinter dan ook voor goede financiële zorg. Mensen moeten weten hoe ze hun financiën kunnen regelen. Zijn ze daar niet voldoende toe in staat dan moeten ze hulp kunnen krijgen. 
     

  • Er moet meer inspanning verricht worden om vroegtijdig financiële problemen aan te pakken. Dit is geen zaak van alleen de overheid of andere publieke instanties. Voor een vroege signalering vormen energiemaatschappijen, woningcorporaties en zorgverzekeraars een zeer waardevolle aanvulling.
     

  • Bij het aanpakken van problemen moet men niet alleen naar de inkomenskant kijken, maar ook de uitgaven meenemen. Zo kan beter bepaald worden of een huishouden in aanmerking komt voor ondersteuning en zo ja, welke ondersteuning het beste past. Zo hebben bijvoorbeeld grote gezinnen noodgedwongen hogere uitgaven dan andere typen huishoudens.
     

  • De uitgaven die mensen doen moeten passen bij hun inkomen. Zo kunnen financiële problemen voorkomen worden. Er moeten dan ook duidelijke normen zijn voor de hoogte van de woonlasten en leningen. Zo worden mensen beschermd tegen te hoge lasten. Banken hebben daarin ook een duidelijke zorgplicht bij het verstrekken van hypotheken of andere kredieten. 
     

  • De regelgeving en administratieve rompslomp bij schuldhulpverlening kan en moet veel eenvoudiger en rechtvaardiger. Nu kan het zo zijn dat het inkomen van iemand 10 euro te hoog is om recht te hebben op bijvoorbeeld zorg- of huurtoeslag. Ook mogen regels elkaar niet in de weg zitten ten nadele van de burger en moet er bij voorkeur één aanspreekpunt zijn voor degene die hulp zoekt. Dit zorgt niet alleen voor een effectievere hulpverlening, het levert ook een enorme kostenbesparing op.
     

  • Bij het innen van schulden staat de overheid vaak vooraan in de rij, maar is er te weinig oog voor de onderliggende oorzaken van die schulden. Ook maken snel oplopende kosten, zoals verhogingen van verkeersboetes, de schuldenproblematiek vaak fors erger. Dit mag niet gebeuren. De overheid moet vanuit haar zorgplicht naar de burgers toe terughoudend zijn bij het terugvorderen van openstaande boetes of belastingschulden en actief hulp bieden, bijvoorbeeld via de gemeente om de problemen op te lossen. Dit levert vaak veel meer en langduriger winst op dan wanneer de betreffende boete of schuld geïnd zou worden​.
     

  • Er komt een nationale consumentenbank waar burgers met lagere inkomens een rekening kunnen openen om veilig te kunnen betalen en sparen, tegen betaalbare kosten. Deze nationale consumentenbank die geen commercieel oogmerk heeft kan ook een actieve rol spelen bij het aanpakken van financiële problemen en het voorkomen ervan. 

​

Bestaanszekerheid en wonen
 
  • Huurverhoging wordt beperkt tot een maximumpercentage dat gekoppeld is aan de inflatie. Het bepalen van maximumhuren wordt ook voor de vrije sector gereguleerd en het ‘overbieden’ bij huurwoningen is niet langer toegestaan. In het puntensysteem voor de maximale huur krijgen energiebesparende maatregelen zoals goede isolatie of zonnepanelen een zwaardere weging. Huren van slecht geïsoleerde of achterstallig onderhouden woningen worden verlaagd met een strafkorting van 30% tot de verhuurder de gebreken heeft verholpen. De huurcommissie bepaalt of de gebreken inderdaad naar behoren zijn verholpen.
     

  • Voor steeds meer mensen is een koopwoning onbetaalbaar. Zelfs tweeverdieners met beiden een modaal inkomen zijn vaak niet meer in staat een ‘gemiddelde’ woning te kopen en voor starters op de woningmarkt is het nog veel lastiger. Een koopwoning is nu een luxeproduct geworden. Splinter wil dan ook dat de hypotheekaftrek in ieder geval voor deze groepen volledig in stand blijft en weer gaat gelden voor 100% van de getaxeerde woningwaarde.

    Wel kan er nagedacht worden over het beperken van de hypotheekrenteaftrek boven een bepaalde woningwaarde, bijvoorbeeld voor woningen boven de €600.000,- (1,5 keer NHG-grens).

​

  • De Huisvestingswet die bepaalt dat koopwoningen tot €355.000,- niet meer aan iedereen mogen worden verkocht is een te grote inbreuk op het eigendomsrecht en moet dan ook worden ingetrokken.  Wel mag de overheid bij passende (nieuw)bouwprojecten bepalen dat er 30 procent aan sociale koopwoningen komt, waarvoor de inkomensgrens maximaal 2 x modaal bedraagt (€72.000,-).

​

  • De vermogensrendementsheffing op overwaarde komt te vervallen in de gevallen dat het huis geen jaarlijkse inkomsten, zoals door verhuur, genereerd. Voor veel ouderen en andere groepen met een (gedeeld) eigen huis, is deze extra last momenteel onnodig nadelig voor hun koopkracht.

 

Ondernemen, investeren en financieren

 

MKB en consumptie

​

Voor een gezonde economie zijn ondernemers in het midden- en kleinbedrijf (MKB) onmisbaar. Zij zijn onmisbaar voor de omslag naar een duurzame economie waarin we met respect voor de leefomgeving en het klimaat lokaal produceren en consumeren. Een sterk MKB zorgt voor stabiliteit van de werkgelegenheid. Liever veel MKB’ers dan één heel groot bedrijf. De overheid moet deze ondernemers de ruimte geven om succesvol te kunnen ondernemen. Onnavolgbare regelgeving moet worden ingeperkt en geschrapt. Innovatie en duurzame initiatieven worden actief gestimuleerd.

​

De Nederlandse MKB-sector verdient veel meer aandacht en waar mogelijk ook begeleiding dan voorheen. De afgelopen jaren zijn onder de kabinetten Rutte I, II, III, en IV uiteenlopende fouten gemaakt en zijn vooral MKB-ondernemers in de steek gelaten. Een recent voorbeeld is de gebrekkige hulp rondom Covid19. Veel bedrijven kwamen door onnavolgbare regelingen niet in aanmerking voor financiële hulp vanuit de overheid. Anderen hadden enorm veel moeite met de slechte communicatie of nutteloze oplossingen die worden aangeboden. Beslissingen om bedrijven dicht te gooien hebben bij sommigen geleid tot faillissementen, ontslagen en enorme stress, terwijl deze organisaties wellicht meer inspraak hadden moeten krijgen bij de beslissingen van beleidsmakers.

​

De overheid en het MKB zitten niet meer op dezelfde lijn. Het is al lange tijd duidelijk dat overheid en bedrijfsleven uit elkaar zijn gegroeid. Men luistert niet meer naar elkaar en er lijkt steeds minder draagvlak om bijvoorbeeld samenwerking aan te gaan en elkaar te voeden met ideeën. 

​

Geef de ondernemer genoeg mogelijkheden om de problemen in zijn industrie aan te geven of te verduidelijken. Betrek juist hun expertise en bespreek samen innovatieve plannen, ideeën en duurzame oplossingen.

Beloon, erken waar nodig en belast niet zomaar bonussen voor het verrichten van extra werk, zoals in de zorg. Kom als land meer op voor de Nederlandse middenstander, het kleinbedrijf en ZZP’er en laat zien dat juist die sector Nederland groot heeft gemaakt en groot zal blijven houden. Durf te promoten!

​

Voor Splinter zijn daarbij de volgende prioriteiten van het grootste belang:

​

  • Procedures om een onderneming te starten, worden vereenvoudigd.

​

  • Het MKB moet kunnen vertrouwen op stabiele regelgeving, zowel op landelijk als op gemeentelijk niveau.

​

  • Het ondoordringbare woud aan nutteloze regelgeving wordt teruggedrongen. Splinter is voor minder maar betere regels. Maatregelen die duurzaam ondernemen en innovatie ondersteunen, blijven of worden ontwikkeld. “Greenwashing”, een groen sausje over vervuilend beleid voor de bühne, wordt tegengegaan. Vanaf de start van een onderneming wordt circulair denken en handelen door de overheid gestimuleerd met gunstige regelgeving en voordelen voor ondernemingen die zich specialiseren in duurzaamheid. De verkoop van persoonsgegevens vanuit de Kamer van Koophandel (KvK) wordt verboden. Inschrijving bij de KvK is namelijk verplicht en persoonsgegevens van ondernemers moeten daar veilig zijn.

​

  • De overheid stopt met het van bovenaf opleggen hoe ondernemers het beste kunnen ondernemen. Dat weten ondernemers heel goed zelf. Bovendien wordt er te veel over de ondernemers gepraat, in plaats van met de ondernemers. Het vertrouwen moet over en weer hersteld worden door goed naar de MKB’ers te luisteren. Niet alleen met grote brancheorganisaties en ondernemersverenigingen, maar juist óók met de kleine winkelier op de hoek. MKB’ers hoeven bij Splinter niet achteraan de rij aan te sluiten in de hiërarchie van de Haagse lobby: dat is enerzijds niet transparant en anderzijds zitten er dan te veel schakels tussen. Liever horen wij het direct van de burgers en de ondernemers zelf via een participatieplatform.

​

  • BTW-verlaging en andere stimuleringsmaatregelen worden ingezet om de koop van duurzame en gezonde producten te bevorderen. Bijvoorbeeld de BTW op groenten en fruit wordt afgeschaft.

​

  • Vanaf de start van een onderneming wordt circulair denken en handelen door de overheid gestimuleerd met gunstige regelgeving en voordelen voor ondernemingen die zich specialiseren in duurzaamheid.

​

  • Vervuiling en schaarse goederen die het milieu onevenredig belasten, worden waar wenselijk en mogelijk zwaarder belast. Daardoor wordt vervuilen steeds minder aantrekkelijk, wat schone innovatie stimuleert.

​

  • Publiek-private samenwerking en het oprichten van coöperaties van burgers voor samenwerking wordt gestimuleerd en gefaciliteerd.

  •  

  • De overheid maakt het voor het MKB eenvoudiger en kansrijker om mee te dingen naar overheidsaanbestedingen. Nu moeten bedrijven nog aan zo veel voorwaarden voldoen dat het voor MKB’ers vrijwel onmogelijk wordt om daarin succes te hebben.
     

Regionaal produceren en lokaal ondernemerschap stimuleren

 

  • Regionaal produceren en lokaal ondernemerschap worden gestimuleerd.
     

  • Oneerlijke concurrentie wordt tegengegaan door lokale ondernemers meer ruimte te geven om zich te onderscheiden van internetwinkels door het toevoegen van ‘beleving’. Het verkrijgen van vergunningen voor ondernemerschap in de binnenstad, ter promotie van winkelen in de winkelstraten in plaats van op internet, wordt eenvoudiger. Lokale kleine winkeliers kunnen zich daardoor onderscheiden, waardoor de binnenstad een leukere en leefbare plek blijft.

 

  • Door ‘true pricing’, het doorberekenen van de werkelijke kosten van een product inclusief de klimatologische voetafdruk, wordt oneerlijke concurrentie voor Nederlandse producenten tegengegaan, innovatie gestimuleerd en ‘greenwashing’ tegengegaan.
     

  • Vervuiling en schaarse goederen worden zwaarder belast, maar werken ofwel arbeid wordt veel lager belast. Daardoor wordt vervuilen steeds minder aantrekkelijk, wat schone innovatie stimuleert. Door de werkgeverslasten te verlagen, wordt het minder risicovol en aantrekkelijker om mensen in dienst te nemen en te houden.

​

Innovatie en publiek-private samenwerking stimuleren
 
  • ​De overheid moet de grote aanjager zijn van innovaties op het gebied van energie, klimaat, landbouw, en duurzaamheid. Zeker in het begin als investeringen hiervoor nog heel fors en risicovol zijn is de private sector vaak nog afwachtend omdat het rendement op de investering onzeker is. 

 

  • Banken moeten meer financiële instrumenten krijgen om (risicovolle) startups met veel potentie te financieren. Op dit moment zijn er in de praktijk geen mogelijkheden voor starters, voornamelijk startups, om geld te lenen om het bedrijf te laten groeien. Hierdoor is het ondernemingsklimaat voor startups in Nederland niet gunstig en vertrekken veel innovatieve startups naar het buitenland. Dit is schadelijk voor onze economie, zowel financieel als op het gebied van kennis.
     

  • Voor innovatieve projecten en startups kunnen banken samen met ondernemers een beroep doen op het Nationaal Groeifonds. Dit kan in de vorm van investeringen vanuit het Groeifonds of een garantstelling voor een lening vanuit de bank of vanuit investeerders. Daarbij wordt niet alleen technische innovatie gestimuleerd, maar ook innovatieve nieuwe bedrijfsmodellen, bijvoorbeeld voor nieuwe bedrijven die verantwoord ondernemen en op een duurzame manier diensten en producten aanbieden die een positieve bijdrage leveren aan de samenleving.


ZZP

 

Gelukkig zijn er veel succesverhalen van ZZP’ers die een goed inkomen hebben en bewust voor het ZPP’erschap gekozen hebben vanwege de vrijheden die het biedt. Daar zal niet aan getornd worden: Splinter steunt deze ondernemende mensen. Voor Splinter is het wel belangrijk dat middelen voor pensioen en voor risico’s zoals arbeidsongeschiktheid en tijdelijke uitval door ziekte, op een sociale en solidaire wijze ook voor ZZP’ers mogelijk worden gemaakt. Splinter gaat hierover het gesprek aan met ZZP’ers, en stelt de volgende maatregelen voor:

 

  • Schijnzelfstandigheid wordt actief tegengegaan: voor het ondernemerschap moet uit vrije wil en uit volle overtuiging gekozen worden. Dit mag nooit opgelegd worden aan werknemers waarvoor een werkgever het te duur of te risicovol vindt om deze in dienst te nemen.
     

  • Het wordt voor ZZP’ers eenvoudiger om vrijwillig te sparen voor pensioen of zich te verzekeren. ZZP’ers krijgen toegang tot een (collectieve) arbeidsongeschiktheids- en pensioenverzekering.
     

  • ZZP’ers die (beperkt) arbeidsongeschikt worden, moeten zich ook kunnen verzekeren voor hun oude dag. Dat is op dit moment niet het geval.

 

Familiebedrijven

 

Nederlandse familiebedrijven zijn van grote waarde voor de economie en de werkgelegenheid. Van de bedrijven en instellingen met 2 tot 50 werkzame personen is 69% een familiebedrijf en deze familiebedrijven zijn maar liefst goed voor een kwart van de totale bedrijfsomzet. Door problemen rond de opvolging in familiebedrijven dreigt een groot verlies aan werkgelegenheid en afstomping van de groei.

​

  • Het overnemen van familiebedrijven door een volgende generatie moet eenvoudiger en betaalbaarder worden. Overname binnen de familie mag niet gedwarsboomd worden door een woud aan regelgeving.

​

  • De BOR (bedrijfsopvolgingsregeling) is een voorziening in de belastingwetgeving die gericht is op een (gedeeltelijke) vrijstelling van de schenk- en erfbelasting. Het is een belangrijk instrument dat erop gericht is de continuïteit van bedrijven en daarmee de werkgelegenheid te borgen. 

    De regeling is vanwege de relatief strenge eisen nu al belemmerend voor de opvolgers in familiebedrijven. Een verdere versobering van de BOR zou Nederland ver op achterstand zetten ten opzichte van andere Europese landen. Splinter wil juist dat de BOR eisen worden versoepeld, zodat bedrijfsopvolging makkelijker wordt, zoals de versoepeling van de bezitseis en het schrappen van de voortzettingseis. 

    De voortzettingseis wordt vervangen door de eis dat het ondernemingsvermogen niet mag worden omgezet in beleggingsvermogen. Desinvesteren en herinvesteren binnen de vijfjaar-voortzettingstermijn moeten mogelijk zijn.

  • Het UBO-register schiet zijn doel voorbij en schendt de privacy van ondernemers. Behalve het belang in het bedrijf, wordt namelijk ook veel persoonsinformatie volledig openbaar gemaakt. 

    Het privacyrecht kent een belangrijk principe, namelijk dat gegevens die voor het ene doel zijn verzameld niet voor een ander doel mogen worden gebruikt. De UBO-gegevens zouden enkel inzichtelijk moeten zijn voor overheidsdiensten. De European Data Protection Supervisor oordeelde al dat deze privacyschending niet proportioneel is. Familiebedrijven waarvan de UBO’s tot nu toe buiten de openbaarheid bleven, hebben veel privacy te verliezen. 

    Splinter verzet zich tegen de openbaarmaking van UBO-gegevens en wil dat de regelgeving wordt aangepast. Ook is Splinter voorstander van het onderbrengen van UBO en ‘Know Your Customer Checks’ en registratie daarvan bij een centrale autoriteit persoonsgegevens onder toezicht van het Ministerie van Justitie en Veiligheid.
     

 

Financiële sector

 

Een goed werkende financiële sector en breed toegankelijke toegang tot financieringsmogelijkheden is van groot belang voor alle burgers en bedrijven om investeringen te kunnen doen en bijvoorbeeld aankopen te financieren, zoals die van een eigen huis. Juist ook voor de transitie naar een duurzame economie is de beschikbaarheid van financiering essentieel om snel de meeste impact te realiseren die én het minste kost en relatief de laagste investeringen vergt. Waar de markt het laat liggen, bijvoorbeeld omdat de BIS banken momenteel beperkt in hun kredietverlening, moet en kan de overheid bijspringen of samen met private partijen oplossingen bieden die zowel voor geldvertrekker als geldontvanger profijtelijk is, mits er geen woekerwinsten worden gerealiseerd. 

​

Voor Splinter zijn daarbij de volgende prioriteiten van het grootste belang:

​

  • Banken en andere financiële instellingen horen hun maatschappelijke taak serieus te nemen. De toezichthouder krijgt daarvoor een ruimer taakstellend toezichtskader om bijvoorbeeld het aandeel diensten en financieringen die aan duurzaamheid bijdragen, te vergroten.

  • Er komt een uitgebreidere nationale regeling om ondernemerschap, innovatie en start-ups beter te faciliteren en financieren, waarbij innovatie niet alleen technologisch hoeft te zijn maar ook nieuwe bedrijfsmodellen en organisatievormen, zoals coöperaties, omvat. Mensen die een eigen bedrijf willen opstarten zouden bijvoorbeeld gedurende de eerste 2 jaar moeten kunnen profiteren van een fiscale steunfaciliteit. Garantieregeling en voor start-ups financiering moeten worden uitgebreid en er moet een fiscale stimulans komen voor ‘angel investor’ investeringen. 

  • Er komt nader onderzoek naar de oprichting van een coöperatieve commerciële volksbank met primaire taken als betalen, sparen, hypotheekverstrekking en financiering van met name ook MKB-ondernemingen. Gemeenten en provincies krijgen een ruimer mandaat om onder meer via Bank Nederlandse Gemeentes actiever verduurzaming te faciliteren en ook goedkoper te financieren. Dit zal middels een Nationaal Energiefonds centraal worden georganiseerd vanuit Den Haag met een hoge mate van autonomie waarbij lokale teams maatwerk kunnen leveren aan burgers en bedrijven.

  • Multinationals en andere individuele bedrijven kunnen worden beperkt in het individueel onderhandelen over belastingvoordeel of andere ondernemersvoordelen. De Belastingdienst had geen enkele wettelijke basis waarop de ‘belasting-rulings’ werden gebaseerd en derhalve mag zij dit niet meer doen zonder een gedegen transparante en democratische toetsing. Bovendien moet de minister van Financiën, die verantwoordelijk is voor de Belastingdienst, de Kamer informeren over alle deals die hij heeft gesloten. De Belastingdienst wordt tegelijk aangespoord om vooraf meer helderheid te geven over de gevolgen van fiscale consequenties voor burgers en bedrijven die voor een langere termijn economische keuzes willen maken en daarbij op een betrouwbare overheid moeten kunnen vertrouwen.

 

PENSIOEN
 
  • Pensioenfondsen worden gestimuleerd om niet meer te investeren in schadelijke industrieën, zoals de fossiele industrie en de intensieve veehouderij, maar in sectoren die bijdragen aan een leefbare aarde en brede welvaart.

 

  • Werknemers krijgen meer vrijheid en flexibiliteit om keuzes te maken in hun pensioenopbouw. Zo kunnen ze bijvoorbeeld hun pensioen onderbrengen bij een groen investeringsfonds als dat bij hun huidige pensioenfonds niet mogelijk is. Ook kunnen zij kiezen voor een flexibele pensioenleeftijd of een deeltijdpensioen. Tevens moet het mogelijk zijn om een groter bedrag van het pensioentegoed ineens op te nemen.

 

  • De pensioenfondsen worden gedemocratiseerd, zodat werknemers veel meer zeggenschap krijgen over het belonings- en provisiebeleid en over wat pensioenfondsen met hun geld doen.

 

Cannabisbeleid

 

Nederland laat miljarden euro’s liggen met achterhaald beleid, bijvoorbeeld als het gaat om recreatieve en medicinale cannabisproducten. Landen om ons heen, zoals nota bene Luxemburg, maar internationaal vooral Australië en Canada, hebben het recreatieve gebruik van cannabis in rap tempo vrijgegeven. In deze landen is eveneens volop onderzoek gedaan naar medicinale cannabis, zoals het gebruik van waardevolle CBD-producten bij ziektes als Crohn of epilepsie. Daarbij is al lang bewezen dat CBD-olie effectief is.
 

Zoals het er nu naar uitziet is over een jaar het cannabisgebruik in de hele wereld legaal. Nu al is de cannabis-sector wereldwijd een economische sector waarin voor miljarden aan legaal geld omgaat. Nederland, met zowel een lange traditie in het gebruik van cannabis met veel kennis en met een innovatieve tuinbouwsector, vist met het huidige mislukte wietexperiment en het achterhaalde gedoogbeleid volledig achter het net en wordt aan alle kanten ingehaald. Wat Splinter betreft laten we dit falende en criminaliteit bevorderende beleid zo snel mogelijk achter ons.

Splinter wil twee zaken geregeld zien:
 

  • Net als bij de consumptie van alcohol en tabak en bij autorijden wordt cannabisgebruik een belangrijke nieuwe inkomstenbron van de overheid waardoor andere lastenverhogingen worden afgewend.
     

  • Net als bij de consumptie van alcohol en tabak en bij autorijden wordt de consumptie niet als gewenst gezien en niet gestimuleerd. Neemt de recreatieve consumptie van cannabis toe dan worden accijnzen verhoogd om dit tegen te gaan.

eco2
eco3
eco4
eco5
eco6
eco7
eco8
eco9
eco10
eco11
bottom of page