Twee weken na de verkiezingsuitslag en de chaos is alweer compleet op het Binnenhof. Je voelde gisteren aan alles: er gaat wat gebeuren vandaag. De afgelopen jaren zou ik me op een dag als dit in alle vroegte hebben klaargemaakt voor het marathondebat.
Nieuwsberichten en analyses uitpluizen, speech schrijven, munitie voor rake interrupties verzamelen. Flinke dosis adrenaline, aangezwengeld door een groot aantal koppen koffie. Vragen van journalisten beantwoord hebben als voorbeschouwing. En een schot voor de boeg hebben gegeven op twitter. Volledig opgeladen voor een belangrijk debat dat naar alle verwachting de hele dag en de halve nacht zou gaan duren.
Maar gisteren was voor mij een bijzonder rare gewaarwording. Opeens was ik tijdens de politieke chaos enkel toeschouwer. Iemand die nog wel toevallig aanwezig was in het hart van onze democratie, maar geen onderdeel meer uitmaakte van de Haagse dynamiek. Dat voelde misplaatst. Ik liep namelijk vanaf ongeveer half twaalf rond in de Tweede Kamer om wat laatste dingen te regelen voor vertrek, zoals het inleveren van parkeerpassen, telefoon, ipad. Er hing een nieuw naambordje op het kantoor waar ik als Kamerlid mijn beste bijdragen en moties schreef. Ik dacht: nou, dat is ook snel… Maar van de nieuwe “bewoner” was nog geen enkel spoor, dus ik kon nog voor de laatste keer achter mijn oude bureau met uitzicht op het Binnenhof mijn e-mail doen.
De Kamerbel klonk hard door de gebouwen, als teken dat het plenaire debat over de mislukte verkenning snel zou beginnen. Maar ik liep dus niet tot de tand bewapend met informatie richting de plenaire zaal, maar in tegengestelde richting naar het Plein waar ik een eerste afspraak had voor “loopbaanbegeleiding na de politiek”. Om zo snel mogelijk weer werk te hebben in plaats van wachtgeld te ontvangen en, natuurlijk, in mijn vrije tijd Splinter verder uit te kunnen bouwen. In één van de gangen trof ik een opgetrommelde cameraploeg van EenVandaag, die niet had meegekregen dat het debat alweer een half uur verder opgeschort was in afwachting van meer inhoudelijke informatie. Informatie waarvan ik het wat cynische vermoeden had dat het toch geen licht zou laten schijnen op het hoe en waarom van ‘Omtzigt: functie elders’. Immers, ‘niemand gaat hier uitleg over geven’ was het uitgangspunt. De Ruttedoctrine zou wel een manier vinden om de waarheid te verbergen. Zo ging ik mijn intakegesprek in.
Toen ik een paar uur later na mijn afspraak weer op het plein stond en in de stralende zonneschijn de berichten op mijn telefoon las, leek de nieuwe politieke werkelijkheid er even zonnig uit te zien. Rutte wankelde voor het eerst in tien jaar. Er was, zo leek het, ruimte voor nieuwe politiek. Er zou door de Kamer afgerekend gaan worden met het achterhouden van informatie. Er zou een einde komen aan het liegen en draaien. Want de nieuwe Kamer leek sterk eensgezind in het afwijzen van het oude toneelstuk dat voor hun ogen werd opgevoerd: het totale gebrek aan actieve herinnering van onze demissionair minister-president.
De politieke analyses vlogen ook alle kanten op: van nieuwe verkiezingen tot minderheidskabinet zonder VVD en alles er tussenin. Bijna zou iedereen kunnen vergeten dat de Haagse machtspolitiek zo diep ingesleten is dat je het debat niet moet prijzen voordat de stemming voorbij is. En ja, zo eindigde ook tot mijn verrassing want niets werkt zo aanstekelijk als een flinke dosis hoop, het “Omtzigt debat” alsnog ’s nachts in een desillusie. En de volgende ochtend met een flinke kater.
Holle verkiezingsfrasen als ‘nieuw moreel leiderschap’, ‘woorden doen ertoe’, ‘hoopvolle keuzes voor wat écht telt’ galmen nog zwakjes na, terwijl de oude machtspolitiek minnende partijen zich alweer aan elkaar vastklampen en achterkamertjespolitiek angstvallig in stand houden. In het centrum van de macht maakt men gekke sprongen. Niet in het algemeen belang, maar in coalitie- en partijbelang. De crisis werd er in mijn optiek alleen bijgesleept als zwak excuus voor het niet steunen van de motie van wantrouwen. En een motie van afkeuring is een bijzonder laf instrument om een terechte motie van wantrouwen te doorkruizen en voor de bühne een argument te hebben om de échte motie van wantrouwen niet te hoeven steunen. ‘De lange weg’ om het beschadigde vertrouwen te herstellen zal bijzonder kort blijken te zijn als de macht lonkt.
Vanmorgen liet Rutte in de media weten dat hij tijdens het debat geen moment over opstappen had nagedacht. Tijdens de Pasen strijkt hij hoogstwaarschijnlijk de kreukels uit zijn maatpak en maakt zich op voor zijn volgende kabinet. Samen met CDA, D66 en CU. Of heeft er iemand nog een troefkaart achtergehouden? Komt er nog iemand tot inkeer tijdens te Pasen? Of juist tot het besluit om het echt over een andere boeg te gooien, in plaats van eindeloos op zicht in de mist te blijven varen naar een onbekende bestemming? Als deze tragedie geen pleidooi is voor onafhankelijke Kamerleden, het verstevigen van de controle van de regering door het parlement en gevestigde politieke partijen strippen van oude machtspolitiek…
Niemand kan voorspellen hoe lang deze poppenkast nog gaat duren en vanaf wanneer we ons kunnen verheugen op nieuwe Tweede Kamerverkiezingen. Maar één ding is zeker: Splinter zal er klaar voor zijn!
Femke Merel
2 april 2021
Comments