top of page
Scherm­afbeelding 2022-09-09 om 21.05.05.png

DE DEMOCRATISCHE RECHTSTAAT

Recht1

DE DEMOCRATISCHE RECHTSSTAAT HERSTELD

​

Het vertrouwen in de politiek is tot een dieptepunt gedaald. De Toeslagenaffaire, de Groningse gaswinning, de aanpak van de Coronacrisis, woningnood, stikstofcrisis en asielproblematiek: allemaal dossiers die hebben geleid tot maatschappelijke onrust en flink dalend vertrouwen in de landelijke politiek. Burgers zien een overheid die lang voortslepende maatschappelijke problemen maar niet oplost, en zelfs verergert. Dieptepunt is de Toeslagenaffaire waardoor onacceptabel menselijk leed is veroorzaakt. Het schandaal is het resultaat van een vooringenomen overheid die onrechtmatig handelde.

 

Landen zoals Polen en Hongarije zijn in het recente verleden door Nederland terechtgewezen over hun omgang met de rechtsstaat. Inmiddels kunnen burgers in Nederland zelf niet meer uitgaan van een overheid die handelt in overeenstemming met rechtsstatelijke principes en beginselen. In plaats van de burger om hernieuwd vertrouwen te vragen moet de overheid nu, volgens filosoof Maxim Februari, weer betrouwbaar worden. Ook politicoloog Tom van der Meer waarschuwt voor een overheid die op korte termijn beloftes doet om vertrouwen te wekken. Door daarentegen schandalen en problemen daadwerkelijk op te lossen, kan de overheid weer betrouwbaar te worden.

 

Splinter doet vergaande voorstellen om de democratische rechtsstaat te herstellen. De voorstellen zijn niet alleen gericht op het handelen van bewindspersonen, maar op al de onderdelen van de trias politica: de wetgevende, de uitvoerende, en de rechtsprekende macht. Tezamen gaan de voorstellen ondermijning van de democratische rechtsstaat tegen. Door daarnaast langslepende problemen in het land niet langer te negeren maar ermee aan de slag te gaan, zorgen de voorstellen van Splinter voor herstel van betrouwbaarheid van de overheid.

 

Splinter en de democratische rechtsstaat

​

Splinter is compromisloos verdediger van de democratische rechtsstaat. Instituties waar de democratische rechtsstaat op gestoeld is, zoals machtenscheiding, grondrechten en fundamentele vrijheden, moeten continue onderhouden en verdedigd worden. De Grondwet bepaalt in artikel 1 dat we mensen gelijk behandelen: het gelijkheidsbeginsel. Desondanks zien we tal van voorbeelden waarin de overheid handelt naar willekeur. De Toeslagenaffaire heeft pijnlijk duidelijk gemaakt hoe makkelijk de overheid kan vervallen in het ondermijnen van de democratische rechtsstaat door burgers met willekeur te behandelen. Splinter staat pal voor artikel 1 Grondwet en verzet zich scherp tegen iedere vorm van willekeur.

 

Dit hoofdstuk is ingedeeld aan de hand van de “trias politica.” Hier hangt Splinter drie thema’s en een aantal sub-thema’s aan, namelijk:

 

De wetgevende macht

  • Democratische vernieuwing I: volksvertegenwoordiging

  • Democratische vernieuwing II: burgerinspraak en zorg voor toekomstige generaties

​

De uitvoerende macht

  • Bevorderen van transparantie I: informatiehuishouding op orde

  • Bevorderen van transparantie II: schijnwerkelijkheid tegengaan

  • Bevorderen van transparantie III: regering en koningshuis

​

De rechtsprekende macht

  • ​De rechtsstaat hersteld I: rechtsbijstand

  • De rechtsstaat hersteld II: veiligheid van rechters en advocaten, en het Lale Gülfonds

  • De rechtsstaat hersteld III: versterking van de rechterlijke macht

  • ​De rechtsstaat hersteld IV: belangen van kinderen gewaarborgd in het juridisch proces

 

De wetgevende macht
​

Volksvertegenwoordigers vormen samen de wetgevende macht die de regering controleert en met wetten beleid aanpast en creëert. Splinter is voorstander van democratische vernieuwing om de volksvertegenwoordiging weer effectief, invloedrijk en gezaghebbend te maken. De positie van individuele Kamerleden moet daarvoor verstevigd worden. Daarnaast wil Splinter democratisch vernieuwing om burgers en jongeren meer inspraak te geven. Het democratisch gehalte van besluitvorming wordt daarmee bevorderd.

 

Democratische vernieuwing I: volksvertegenwoordiging

​

  • Splinter zet tijdens coalitievorming en coalitieonderhandelingen in op een minderheidskabinet met een regeerakkoord op hoofdlijnen. Zo wordt voorkomen dat de oppositie 4 jaar lang buitenspel staat en alle voorstellen kunnen worden gedwarsboomd door de coalitie. Tevens wordt daarmee vermeden dat de coalitie haar voorstellen altijd aanneemt zonder zich iets aan te trekken van de oppositie. Met een minderheidskabinet en een regeerakkoord op hoofdlijnen zal de coalitie actief op zoek moeten naar steun van de oppositie en wisselende meerderheden moeten creëren. Om tot goede wetgeving en besluitvorming te komen is het noodzakelijk dat partijen optimaal samenwerken. Met een minderheidskabinet zal die noodzaak ook daadwerkelijk gevoeld worden. Polarisatie wordt daarmee tegengegaan en inhoudelijk debat op basis van wetenschap en argumenten zal leidend worden.

​

  • Wanneer een Tweede Kamerlid tussentijds, vóór de volgende verkiezingen, vrijwillig vertrekt uit de Tweede Kamer vervalt de aanspraak op wachtgeld. Ook mag het Kamerlid voor de duur van maximaal één jaar geen functie bekleden binnen de (semi)overheid. Zo wordt voorkomen dat het Kamerlidmaatschap gebruikt wordt als opstapje naar een hoge functie in de publieke sector, of naar een functie van wethouder of burgemeester. Lid zijn van het hoogste orgaan binnen de Nederlandse democratische rechtsorde, moet gepaard gaan met een groot verantwoordelijkheidsgevoel. Als neveneffect bevordert deze maatregel het veiligstellen van het parlementair geheugen.

​

  • Splinter is voorstander van het “151ste Tweede Kamerlid.” De Kieswet wordt zodanig gewijzigd dat bij tussentijds vrijwillig vertrek van een zittende volksvertegenwoordiger, afgezien van uitval door ziekte of een sterfgeval, niet automatisch de eerstvolgende op de kieslijst van dezelfde partij als vervanging wordt beëdigd, maar de kandidaat die bij de verkiezingen de meeste voorkeurstemmen heeft gekregen maar niet in de Kamer is gekomen. Dit kan dus ook een kandidaat van een andere partij zijn. Het voorstel maakt de samenstelling van het parlement democratischer en gaat het grote verloop in de Tweede Kamer tegen. Ook deze maatregel draagt eraan bij het parlement weer de status van het hoogste orgaan van de democratische rechtsstaat te geven. Om zetelverlies te voorkomen zullen politieke partijen immers kandidaten selecteren die niet slechts tijdelijk maar de hele termijn willen excelleren in het hart van de democratie.

​

Een ander belangrijk neveneffect van de invoering van het 151ste Kamerlid zal zijn dat politieke partijen het campagnegeld gelijkwaardig zullen inzetten voor haar kandidaten op de lijst. Zodat behalve de lijsttrekker, ook de andere kandidaten op de kieslijst stemmen zullen trekken. Aan het hardnekkige fenomeen “politieke backbencher” of “stemvee” komt daarmee ook een einde. Immers, onze Grondwet spreekt slechts van ‘Leden der Staten-Generaal’ en niet van politieke partijen. Leden worden op persoonlijke titel gekozen en stemmen zonder last. Partijen zullen op deze manier meer gewicht geven aan het behalen van voorkeursstemmen door de individuele kandidaten en dit zorgt voor de noodzakelijke herwaardering van individuele Kamerleden binnen de politieke partij.

​

  • Om succesvol tegenwicht te bieden aan bewindspersonen en departementen, moeten Kamerleden beter ondersteund worden. Splinter wil het budget voor beleidsondersteuning van individuele Kamerleden verdubbelen. Het budget moet direct beschikbaar komen aan het Kamerlid, in plaats van aan de fractie. Zodoende wordt tevens de grip van partijen op hun Kamerleden verzwakt.

​

  • Het uitbreken uit de fractiediscipline juicht Splinter toe. Afsplitsers mogen geen tweederangs Kamerleden zijn. Hun spreektijd blijft volledig behouden en wordt niet langer gehalveerd. Zij krijgen weer stemrecht in alle commissies en mogen net zo veel vragen stellen tijdens het vragenuur als andere Kamerleden. Het fractiebudget zoals dat nu voor afsplitsers is vastgesteld is voldoende en wordt niet verhoogd. Hiermee wordt voorkomen dat afsplitsers uit economische overwegingen hun besluit tot afsplitsing nemen.

​

  • Het zwangerschapsverlofbeleid voor volksvertegenwoordigers moet vrouwvriendelijker worden om het aantrekkelijker te maken voor vrouwen om politiek actief te zijn en te blijven. Daarom stelt Splinter voor om zwangerschapsverlof voor volksvertegenwoordigers gelijk te trekken met de regelgeving zoals dat in het Arbeidsrecht is vastgelegd.

  • Ziekteverlof voor een volksvertegenwoordiger is mogelijk voor maximaal vier maanden per periode (dat is nu 12 maanden per periode).

 

Democratische vernieuwing II: burgerinspraak en zorg voor toekomstige generaties

 

Burgerinspraak

​

  • Het bindend correctief referendum wordt ingevoerd, zowel landelijk als lokaal. Burgers kunnen het initiatief nemen voor het houden van een referendum, wat de overheid vervolgens zal faciliteren. De hoeveelheid steun, in de vorm van de benodigde handtekeningen, wordt bepaald op basis van het inwoneraantal op gemeentelijk en provinciaal niveau. Landelijk zouden dat zo’n 300.000 handtekeningen moeten zijn.

​

  • Ook de regering kiest zelf periodiek onderwerpen uit waarvan het gewenst wordt geacht dat een advies of uitspraak wordt gevraagd aan burgers, bijvoorbeeld bij voorstellen die te maken hebben met lichamelijke integriteit of medisch-ethische kwesties.

​

  • Referenda worden gelijktijdig met reguliere verkiezingen gehouden.

​

  • Burgerinspraak naar Scandinavisch voorbeeld, inclusief e-democracy: digitale toepassingen die de invloed en de informatiepositie van de burger vergroten.

 

Jongeren, kinderen en toekomstige generaties

​

De rechten van kinderen en toekomstige generaties moeten mee worden genomen in toekomstig beleid en kinderen moet de ruimte gegeven worden om op te komen voor hun rechten en belangen. Tot nu toe worden in de politiek en in de samenleving de belangen van toekomstige generaties nog te weinig meegewogen. Nederland leidt internationaal bij de VN het proces voor een ‘Declaration on Future Generations’ en het instellen van een speciale VN gezant, maar brengt dit gedachtegoed nog niet in de praktijk in eigen land. Splinter wil in navolging van een aantal andere Europese landen grote stappen zetten ten bate van toekomstige generaties en daarmee recht doen aan de geldende mensenrechten en kinderrechten. Het gaat dan om de mensenrechten die toekomstige generaties als groep, maar ook individueel zullen krijgen.

 

  • Geen beleid over jongeren, zonder jongeren te betrekken. Splinter vindt dat jongeren vanaf 16 jaar al mee moeten kunnen praten en beslissen over hun toekomst. Wij pleiten voor het verlagen van de kiesgerechtigde leeftijd naar 16 jaar. Ook naar kinderen die jonger zijn dan 16 moet geluisterd worden: de overheid heeft een belangrijke taak om participatie van minderjarige kinderen mogelijk te maken.

​

  • We ontwikkelen, samen met jongeren, een nationale jeugdstrategie. We zien een opeenstapeling van problemen bij jongeren, waardoor zij de controle over hun eigen leven kwijt dreigen te raken. Daarom is er een plan nodig om al deze problemen in samenhang aan te pakken. Een nieuwe minister voor Jeugd moet er wat ons betreft voor zorgen dat alle betrokken ministeries samenwerken om dit plan uit te voeren.

​

  • Splinter pleit in navolging van kinderrechtenorganisaties dat kinderen de mogelijkheid moet worden geboden zich te beklagen wanneer hun kinderrechten in het geding zijn. Dit kan Nederland doen door het Optioneel Protocol III inzake een Communicatieprocedure behorende bij het VN-Kinderrechtenverdrag te ondertekenen en te ratificeren.

​

  • We benoemen, onder de Nationale Ombudsman, een Ombudspersoon voor Toekomstige Generaties voor het behartigen van de belangen van zij die nog geboren moeten worden.

​

  • Aan adviesorganen zoals de Raad van State, SER, WRR, AIV, Onderwijsraad, Gezondheidsraad en de Planbureaus, zal steeds gevraagd worden om de impact van voorgenomen wetgeving en beleid op toekomstige generaties mee te nemen.

  • Er zal vastgelegd worden dat het College voor de Rechten van de Mens bij onderzoek, rapportages en advies ook de mensenrechten van toekomstige generaties meeneemt.

​

  • We introduceren een verplichte generatietoets (een toets op effecten van beleid op alle generaties, en intergenerationeel) en een toets op het effect voor jongeren en toekomstige generaties, bij wetswijzigingen en nieuwe wetten. Dit wordt uitgewerkt in de Toekomst Effect Rapportage (TER) die een onderdeel wordt van iedere wet. Ook bestaand beleid wordt tegen dit licht gehouden.

​

  • Een Vaste Kamercommissie voor de Toekomst wordt in ons parlement geïntroduceerd, naar voorbeeld van Finland en Litouwen.

​

  • Artikel 1 van de Grondwet over gelijke behandeling, vullen we zo aan, dat expliciet ook discriminatie of het achterstellen van toekomstige generaties niet is toegestaan.

​

  • Artikel 21 van de Grondwet wijzigen we zo dat het in lijn is met internationale mensenrechtenverdragen en jurisprudentie. De nu in dit grondwetsartikel verwoordde zorgplicht van de overheid loopt daarop achter en zal plaatsmaken voor het erkende recht op een schoon, gezond en duurzaam leefmilieu voor ons en toekomstige generaties.

​

  • Binnen corporate governance worden belangen van toekomstige generaties en de natuur verankerd. Bedrijven worden eerst gestimuleerd en later verplicht de TER op te nemen in hun governance. Bestuurders worden (civielrechtelijk) aansprakelijk als op ernstige wijze mensenrechten of milieunormen door de organisatie worden geschonden.

 

De uitvoerende macht
​

De regering en uitvoerende organisaties moeten weer betrouwbaar worden. Problemen zijn er om op te lossen, niet om slechts schone schijn mee op te houden door daadkracht te veinzen. Door transparantie te bevorderen wil Splinter de uitvoerende macht dwingen met problemen aan de slag te gaan. Daarvoor is het nodig om de informatiehuishouding van het Rijk op orde te brengen. Hierin spelen de ambtenaren een belangrijke rol.

 

Het is noodzakelijk om te pleiten voor vakinhoudelijke ambtenaren. Daarnaast moet de mogelijkheid voor het creëren van een schijnwerkelijkheid door bewindspersonen, bijvoorbeeld op social media, tegengegaan worden. De positie van organisaties en individuen die de regering kritisch becommentariëren, zoals de Ombudsman, klokkenluiders en inspecties, moet verstevigd worden. Tot slot pleit Splinter voor een andere rol van het koningshuis. Tezamen zorgen de voorstellen voor een democratische en transparante overheid.

 

Bevorderen van transparantie I: informatiehuishouding op orde
​

De Toeslagenaffaire heeft tekortkomingen in de informatiehuishouding van de Rijksoverheid blootgelegd. Een gebrekkige informatievoorziening vanuit departementen richting zowel bewindspersonen als de Tweede Kamer, heeft bijgedragen aan de omvang en duur van het schandaal. Ook bij andere politieke kwesties die de afgelopen jaren voor onrust hebben gezorgd, speelt de inrichting van de informatiehuishouding bij het Rijk een voorname rol. Voorbeelden hiervan zijn de bonnetjesaffaire rondom de Teevendeal, het proactief wissen van sms-berichten door minister-president Rutte, het alsnog tevoorschijn komen van audiobestanden van RIVM-overleggen waarvan het bestaan eerder door de bewindspersoon was ontkend, en het wederom onvolledig informeren van bewindspersonen en Kamerleden over de Groningse gaswinning.

 

Door de verschillende casussen werd het Rijk doordrongen van de noodzaak onderdeel van een informatiesamenleving te zijn en daarbinnen een regierol te moeten vervullen. Er is immers onvoldoende grip op de informatiestromen die de overheid creëert en beheert. Volgens politiek filosoof David Runciman verzuimen overheden een regierol aan te nemen op technologische ontwikkelingen. Daardoor ontstaan crises die, door tijdig actief bij te sturen middels wetgeving, voorkomen hadden kunnen worden. Ook Maxim Februari benadrukt de noodzaak om te anticiperen op aanstaande maatschappelijke veranderingen die voortgestuwd worden door onafwendbare technologische ontwikkelingen. Door na te laten proactief te handelen, of op zijn minst het gesprek erover te voeren, zal de samenleving verworden tot de uitkomst van eindeloze processen van dataoptimalisatie.

 

Inmiddels is een boekenplank aan rapporten verschenen waarin vergezichten worden gepresenteerd over de informatiehuishouding van het Rijk in de toekomst. De basis vormt het Generiek actieplan informatiehuishouding Rijksoverheid, Open op Orde uit 2021. Daarin worden veranderopgaven voorgesteld, zoals het vergroten van de capaciteit en kunde van informatieprofessionals, het bevorderen van informatiemanagement en het verbeteren van informatiesystemen. De plannen zijn vervolgens in andere rapporten, zowel op Rijksniveau als bij departementen, verder uitgewerkt. De inhoud ervan overlapt grotendeels.

 

Daarom stelt Splinter het volgende voor:

​

  • Splinter wil ten eerste een moratorium op nieuwe rapporten. Het is volgens Splinter de hoogste tijd om de grootse plannen nu in werkelijkheid om te zetten. Er bestaat nog altijd een grote kloof tussen de praktijk op de werkvloer bij departementen wat betreft de omgang met informatie, en de hoogdravende idealen en vergezichten die inmiddels overmatig zijn gepubliceerd.

​

  • Ten tweede moet een minister voor Informatiehuishouding Rijksoverheid aangesteld worden. Ondergebracht bij het Ministerie van Binnenlandse Zaken & Koninkrijksrelaties, het coördinerend ministerie als het gaat om de informatiehuishouding van het Rijk, stuurt de minister al de departementen aan. Zo wordt voorkomen dat ieder departement zelf oplossingen gaat bedenken waarvoor eerst rapporten en plannen opgesteld worden.

​

  • Versterking van de democratische rechtsorde is nodig om een open samenleving te blijven en gezamenlijk grote problemen aan te pakken. Hiervoor moeten ambtenaren meer vakinhoudelijk gaan werken door vakmanschap te bevorderen, waardoor er meer ruimte en professionele inbreng ontstaat voor problemen die burgers ervaren.

 

Naast het publiceren van rapporten, zijn ook nieuwe instituties opgericht om de informatiehuis-houding van het Rijk een impuls te geven. Zo is een Regeringscommissaris Informatiehuis-houding aangesteld om uitvoering van het actieprogramma Open op Orde aan te jagen. Ook is het onafhankelijk en permanent Adviescollege Openbaarheid en Informatiehuishouding (ACOI) opgericht. Als nieuwe spelers naast bijvoorbeeld de Inspectie Overheidsinformatie en Erfgoed en het Nationaal Archief, breiden de Regeringscommissaris en het ACOI het totaal aan instituties uit wat een sturende en normstellende rol vervult in het gebruik, beheer en duurzaam toegankelijk houden van overheidsinformatie. Daarom stelt Splinter voor:

​

  • In plaats van het landschap van instituties steeds verder uit te breiden, wil Splinter ervoor zorgen dat bestaande controlerende organisaties losgemaakt worden van departementen. Van inspecties en toezichthouders kan niet verwacht worden dat zij tegelijkertijd het departement controleren als er verantwoording aan afleggen. Een aparte wet die de onafhankelijke positie van inspecties en toezichthouders regelt is daarom hard nodig. Toezichthouders vallen daarmee niet onder de ministeries, maar zijn onafhankelijk en kunnen rechtstreeks door het parlement worden gehoord.

 

Wet Open Overheid en transparantie overheidsbeleid

​

Het wetgevingskader dat de informatiehuishouding van de Rijksoverheid vormgeeft wordt aangepast. In 2022 is de Wet openbaarheid van bestuur vervangen door de Wet open overheid. Al sinds het kabinet Rutte III wordt gewerkt aan een vernieuwde Archiefwet waarmee het duurzaam beheren en toegankelijk houden van overheidsinformatie beter moet aansluiten op digitaal informatiebeheer. Tot slot jaagt de Regeringscommissaris Informatiehuishouding een Algemene Informatiewet aan, met als doel om samenhang tussen bestaande wet- en regelgeving te bevorderen.

Volgens Splinter moet er nog veel meer gebeuren:

​

  • Sinds de invoering van de Woo is nog onvoldoende terecht gekomen van actieve openbaarmaking. Dit verdient prioriteit!

​

  • Woo-afdelingen binnen departementen moeten beter uitgerust worden om hun deadlines voor openbaarmaking te halen. Het overschrijden van de Woo-termijnen kost de ministeries tussen 2019 en 2023 alleen al 3,4 miljoen euro. Geld dat veel beter besteed kan worden.

​

  • Overheden op nationaal, provinciaal en gemeentelijk niveau zouden een voorbeeld moeten nemen aan htpps://open.amsterdam en zowel hun Woo-besluiten als de categorieën van informatieobjecten zoals gespecificeerd in de Woo, op soortgelijke wijze proactief online moeten gaan publiceren.

​

  • Er moet haast gemaakt worden met de nieuwe Archiefwet, waar tijdens Rutte IV nauwelijks voortgang op is gemaakt. Het conceptwetsvoorstel moet fundamenteel worden herzien om er zeker van te zijn dat een duurzame Archiefwet ontstaat die aansluit op de Woo en de behoeftes van digitaal informatiebeheer:

​

  • Het oude idee van informatie overbrengen naar een archiefbewaarplaats wordt, voor digitale informatieobjecten, losgelaten. Daarvoor in de plaats komt de verantwoordelijkheid informatie digitaal beschikbaar te stellen en te houden.

​

  • De rol van het Nationaal Archief verandert wat betreft de omgang met hedendaagse en toekomstige informatieobjecten: van beheerder van papieren en digitale archieven, naar coördinator van duurzaam beheer van digitaal ontsloten informatie.

​

  • Onderdeel van de nieuwe Archiefwet wordt strafbaarstelling van het onrechtmatig vernietigen van archieven, en van archiefwaardige informatieobjecten.

​

  • Splinter wil voorkomen dat overbodige wetgeving ontstaat. Daarom moet invoering van de Algemene Informatiewet, bedacht door de Regeringscommissaris Informatiehuishouding buiten het democratisch proces om, voorlopig uitgesteld worden. Prioriteit ligt nu bij uitvoering van de Wet Open Overheid (Woo) en invoering van een nieuwe Archiefwet. Pas wanneer beiden zijn ingevoerd en de uitwerking ervan is geëvalueerd, kan nagegaan worden of extra wetgeving noodzakelijk is.

 

Bevorderen van transparantie II: schijnwerkelijkheid tegengaan

​

Bewindspersonen maken gebruik van social media om een schijnwerkelijkheid te creëren. Hoewel besturen neerkomt op veel vergaderen en constant dossierkennis opdoen, wordt het beeld geschapen alsof bewindspersonen constant breeduit lachend in het land met burgers optrekken. Communicatiemedewerkers zijn ijverig bezig de perceptie van burgers te beïnvloeden, uiteraard in het voordeel van de bewindspersoon. Splinter wil dit aan banden leggen. Een overheid die de burgers een schijnwerkelijkheid voorhoudt, zal immers nooit als betrouwbaar gezien kunnen worden.

 

Om het creëren van een politieke schijnwerkelijkheid tegen te gaan, stelt Splinter het volgende voor:

 

  • Beleidsvoorstellen zijn vaak het resultaat van de invloed van lobbyisten. Splinter wil hun invloed aan banden leggen. Bij onderhandelingen en akkoorden in samenwerking met brancheorganisaties en de betrokken sectoren, wordt de onderhandeling openbaar gemaakt. Politieke partijen maken in een lobbyregister bekend met welke lobbyisten zij samenwerken.

​

  • Er komt een Fiscale Ombudsman. Een betrouwbare overheid betekent immers een overheid die op verantwoorde wijze met belastinggeld omgaat.

​

  • De positie van de Ombudsman wordt versterkt door een jaarlijkse voortgangsrapportage: in gesprek met de Kamer maakt de Ombudsman duidelijk op welke onderwerpen die in het verleden zijn geagendeerd, er wel of geen voortgang is geboekt door de regering. Ook de nieuw in te stellen Fiscale Ombudsman houdt jaarlijks een voortgangsrapportage.

​

  • Klokkenluiders die ondanks hun eigen kwetsbare positie misstanden aan de kaak stellen moeten beschermd worden. Daarom pleit Splinter voor een nieuwe klokkenluidersregeling waar niet enkel ambtenaren in dienst onder vallen, maar ook personen met een tijdelijke aanstelling en ZZP’ers. Daarnaast, klokkenluiders die melding maken van beïnvloeding van onderzoek wat door de overheid als onafhankelijk wordt gepresenteerd, worden anders dan nu het geval is wel beschermd.

​

  • Elke overheidsbrief moet in begrijpelijk Nederlands worden geschreven. Bij een laagdrempelig telefonisch loket kan de burger een toelichting op de brief krijgen. 

 

Bevorderen van transparantie III: regering en koningshuis

​

  • Het ambt van minister-president kan maximaal twee volledige zittingstermijnen, in totaal acht jaar, door dezelfde persoon vervuld worden. Hiermee wordt routinematig werken door de minister-president voorkomen en krijgt de kiezer meer grip op de uitvoerende macht.

​

  • Voordrachten en benoemingen van Nederlanders voor internationale publieke functies, zoals voor die van Eurocommissaris, moeten altijd ondersteund worden met een meerderheid in de Tweede Kamer. Zodoende wordt de motivatie van de voordracht inzichtelijk en wordt de mogelijkheid tot vriendjespolitiek weggenomen.

​

  • Tijdens het formatieproces kan de rol van verkenner en de rol van informateur, niet vervuld worden door een lid van het kabinet en ook niet door leden van de Staten-Generaal. Hiermee wordt voorkomen dat verschillende rollen binnen de trias politica door dezelfde personen, gelijktijdig, worden uitgevoerd. Dat kan immers voor verwarring zorgen en in het ergste geval, voor belangenverstrengeling. Het gescheiden houden van rollen bevordert transparantie naar de burger toe, die kan volgen wie met welk mandaat deelneemt aan het formatieproces.

​

  • De rol van de koning wordt teruggebracht tot alleen ceremonieel, naar Zweeds model. De minister-president hoeft niet meer iedere week met de koning in gesprek en kan zijn tijd besteden aan het daadwerkelijk besturen van het land.

​

  • De maatschappelijke toegevoegde waarde van het koningshuis, bijvoorbeeld voor het MKB, wordt inzichtelijk gemaakt: wat doet het koningshuis in binnen- en buitenland? Welke invloed hebben de leden van het koningshuis op handel, diplomatieke betrekkingen en beleid? Hierop zal de financiële waardering van het koningshuis en zijn leden gebaseerd moeten zijn.

​

  • Alle directe en indirecte kosten van het koningshuis worden volledig transparant gemaakt. Financiële tegemoetkomingen en vergoedingen worden kritisch bekeken. Onnodige uitgaven, zoals voor het jachtdepartement, worden afgeschaft. De (in)directe kosten dienen ook afgezet en transparant gepresenteerd te worden tegenover de (in)directe opbrengsten van het koningshuis. Op basis hiervan is de begroting niet alleen vollediger, maar ook beter uit te leggen aan burgers en dichten we een kloof. Bovendien stelt dit tevens in staat om de toelage van de koning, koningin en andere leden van het Koninklijk Huis die daarvoor in aanmerking komen, realistisch te stellen en aan te passen.

​

  • Koning Willem-Alexander, koningin Máxima en prinses Beatrix gaan net als iedereen belasting betalen over hun persoonlijke inkomen en vermogen, net als de andere leden van het koningshuis. Over privéuitgaven - hoe omstreden ook - leggen de Koning en andere leden van het koninklijk huis geen (politieke) verantwoordelijkheid af, dus ook niet via de minister-president.

​

De rechtsprekende macht
​

Nederland is een democratie en een rechtsstaat. Het doel van een rechtsstaat is om burgers te beschermen tegen machtsmisbruik van de overheid. In een rechtsstaat moet de overheid zich, net als de burgers, aan de wet houden. Zij mag de rechten en vrijheden van de burgers in het land niet zomaar inperken of afpakken, ook niet als zij democratisch is gekozen. De politie mag niet zomaar iemands huis binnentreden, iemand op straat oppakken of in de cel zetten. In een democratische rechtsstaat heeft iedereen het recht zijn mening te uiten binnen de grenzen van de wet. Wat die grenzen in een concreet geval zijn, bepaalt alleen de onafhankelijke en onpartijdige rechter. In een democratie worden de rechten van minderheden beschermd tegen willekeur van de meerderheid.

 

Een eerlijke samenleving is een rechtvaardige samenleving. Splinter wil Nederland rechtvaardiger maken. We willen de toegang tot het recht vergroten, de rol van de rechter in ere herstellen, gefinancierde rechtsbijstand in meer gevallen mogelijk maken en de sociale advocatuur weer opbouwen. Of het nu gaat om een conflict met een werkgever of om het onterecht verdacht worden van een strafbaar feit: iedere burger moet de mogelijkheid hebben om hierbij hulp te krijgen. De rechtsstaat is van enorm belang voor Nederland. Splinter wil die koesteren.

 

En alleen wanneer advocaten veilig, op vertrouwelijke basis en toegankelijk voor iedereen hun werk kunnen doen, kunnen zij hun maatschappelijke taak binnen de democratische rechtsstaat blijven vervullen. Daar zet Splinter vol op in.

 

Daarnaast moeten burgers die structureel bedreigingen ontvangen, net zoals politici kunnen rekenen op beveiliging. De beveiligingsmaatregelen worden bekostigd vanuit het nieuw op te richten Lale Gülfonds. Tot slot moeten de belangen van kinderen binnen de strafrechtketen beter gewaarborgd worden.

 

​De rechtsstaat hersteld I: rechtsbijstand

​

De sociale advocatuur is door de jaren heen van top tot teen afgebroken. Splinter wil de sociale advocatuur in ere herstellen. Iedereen moet toegang hebben tot rechtsbijstand, juist als je weinig te besteden hebt. Het is hard nodig om in te blijven zetten op kwaliteit en voldoende aanbod van de sociale advocatuur. Er dreigt namelijk een tekort aan sociaal advocaten indien er geen langetermijnbeleid ontwikkeld wordt om de dalende trend te keren. Er dient daarom te worden geïnvesteerd in de sociale advocatuur in plaats van bezuinigd, volledig conform de aanbevelingen van het rapport van de commissie Van der Meer (Commissie evaluatie puntentoekenning gesubsidieerde rechtsbijstand).

 

  • We maken de sociale advocatuur weer financieel aantrekkelijk voor juristen en luisteren naar de aanbevelingen van advocaten-belangenorganisaties.

​

  • Het aantal zaken waarbij mensen in aanmerking kunnen komen voor gefinancierde rechtsbijstand, wordt uitgebreid in plaats van ingeperkt. Niemand zou zonder adequate rechtsbijstand voor de rechter hoeven te staan. Ook bij de kantonrechter moet er een mogelijkheid bestaan om in aanmerking te komen voor gefinancierde rechtsbijstand. Splinter ondersteunt ook de wens van de Nederlandse Orde van Advocaten om verdere uitvoering te geven aan het programma ‘stelselvernieuwing gesubsidieerde rechtsbijstand’ en hierin geen vertraging op te lopen. In dit programma worden namelijk ook de rechtsbijstand geborgd voor specifieke groepen rechtszoekenden, zoals de gedupeerden van het toeslagenschandaal en de bewoners van het aardbevingsgebied in Groningen die schade hebben geleden.

​

  • Het is noodzakelijk om te investeren in gespecialiseerde kantoren met een toevoegingspraktijk. De sociale advocatuur heeft zich de laatste decennia ontwikkeld en gespecialiseerd om goede rechtsbijstand te kunnen bieden aan burgers die zelf geen advocaat kunnen betalen. Het vereist specifieke expertise en ervaring om toevoegingszaken te kunnen doen. 

​

  • Splinter ondersteunt geen grotere rol voor advocatenkantoren zonder toevoegingspraktijk in het stelsel bij het verlenen van gefinancierde rechtsbijstand. Dit zou de kwaliteit van de bijstand niet ten goede komen.

​

  • De periodieke herijking van vergoedingen (in uren en tarief) dient in het stelsel van gefinancierde rechtsbijstand te worden geborgd, waarmee het up-to-date houden van de vergoedingen en het beheer van het stelsel wettelijk verankerd wordt. 

​

  • Daarvoor is een politiek neutrale begroting een randvoorwaarde, met daarin genoeg financiële ruimte om bij een herijking van vergoedingen het aantal punten en/of de vergoeding per punt te kunnen verhogen. De grootschalige herijking van vergoedingen die al is aangekondigd vlak voordat het kabinet viel, dient zeer spoedig uitgevoerd te worden.

​

In het verlengde van het voorgaande punt, pleit Splinter voor meer maatwerk in vergoedingen voor gefinancierde rechtsbijstand. Twee voorbeelden:

​

  • Familierechtadvocaten dienen, naast het vaste bedrag dat zij krijgen voor bijvoorbeeld een echtscheidingszaak, ook een vergoeding te krijgen voor hun (extra) werkzaamheden. De familierechtadvocaat krijgt nu in beginsel alleen een vast bedrag voor de bijstand in een echtscheidingsprocedure. Dit wordt vastgesteld aan de hand van het puntensysteem van de Raad voor Rechtsbijstand. Het komt regelmatig voor dat familierechtadvocaten bijstand verlenen in een (vecht)scheiding die meerdere jaren duurt. De advocaat krijgt op dat moment slechts 1 vast bedrag. Het is voor advocaten vrijwel niet mogelijk om in deze procedures de benodigde juridische bijstand te verlenen. Hiermee wordt de rechtszoekende in een echtscheidingsprocedure het recht op rechtsbijstand ontnomen.

​

  • Gefinancierde rechtsbijstand dient maatwerk te zijn. Op dit moment hanteert de Raad voor Rechtsbijstand in beginsel vaste bedragen voor verschillende typen zaken. Dit doet de Raad voor de Rechtsbijstand aan de hand van een puntensysteem. Het komt regelmatig voor dat advocaten meer tijd in zaken steken. Slechts op het moment dat het gaat om complexe en omvangrijke zaken komt deze (extra) tijd voor vergoeding in aanmerking. Deze extra tijd zou eerder en eenvoudiger voor vergoeding in aanmerking dienen te komen.

​

  • Investeringen in de sociale advocatuur worden mede bekostigd door rechtsbijstand af te schaffen voor asielzoekers die al een asielprocedure hebben doorlopen in een ander EU/EER-land of Zwitserland. Daarnaast wordt rechtsbijstand voor een Herhaalde Asielaanvraag (HASA), waarbij mogelijk sprake is van een verandering van de situatie van de asielzoeker in het land van herkomst, beperkt. Rechtsbijstand voor een HASA wordt alleen toegekend wanneer de procedure volgt op een eerste asielprocedure in Nederland, en er in de tussentijd niet in andere landen een asielprocedure is gestart. Daarnaast kan de HASA pas na minimaal twee jaar sinds de uitspraak van de eerste asielprocedure gestart worden. Tot slot wordt slechts één keer rechtsbijstand toegekend voor een HASA- procedure.

 

Griffierechten
​

Het inkomensafhankelijk griffierecht blijft behouden om een eerlijke toegang tot de rechtsgang te blijven garanderen. Minder draagkrachtige burgers betalen daardoor ook minder wanneer zij een gerechtelijke procedure starten.

 

Vertrouwelijkheid tussen cliënt en advocaat

​

  • De vertrouwelijkheid van het contact tussen advocaat en cliënt staat in de praktijk al langere tijd en op verschillende manieren onder ernstige druk. Een van de kernwaarden van de advocaat is de vertrouwelijkheid en in een rechtsstaat is het van essentieel belang dat burgers ter bepaling van hun rechtspositie in volledige openheid van gedachten kunnen wisselen met een advocaat, zonder dat er de vrees voor openbaarmaking van die informatie bestaat. Splinter wil waken voor uitholling van de geheimhoudingsplicht van de advocaat. Dat het verschoningsrecht wordt gerespecteerd, juist als de druk hoog is, is niet een belang van de advocatuur alleen, maar van de rechtsstaat als geheel.

​

  • Gezien het feit dat het wetsvoorstel “Plan van aanpak witwassen” het beroepsgeheim van advocaten onder druk zet, omdat het wetsvoorstel de verplichte informatie-uitwisseling tussen advocaten op basis van een navraagplicht bevat, zal Splinter niet instemmen met dit wetsvoorstel in huidige vorm. Rondom de vernieuwing van de sanctiewetgeving zal Splinter er ook alert op zijn dat de geheimhouding niet verder wordt aangetast.

​

  • Het is hoognodig dat de komende jaren wordt ingezet op de aanpak van ondermijnende activiteiten. Dit moet, in het belang van de rechtsstaat, zonder verdere inperking van de vertrouwelijkheid kunnen plaatsvinden.

 

De rechtsstaat hersteld II: veiligheid van rechters en advocaten, en het Lale Gülfonds

 

Veiligheid van rechters en advocaten

​

Advocaten moeten veilig en zonder vrees hun werk kunnen doen. De overheid heeft, gezien de positie van advocaten binnen de rechtsstaat, een bijzondere verantwoordelijkheid voor de bescherming van de advocaat. Als advocaten om redenen van veiligheid een zaak niet kunnen aannemen, of de verdediging van hun cliënt moeten neerleggen, raakt dit niet alleen die concrete zaak maar ook de belangen van rechtzoekenden en de rechtsstaat in brede zin.

​

  • De beveiliging van rechters, advocaten en hun familie dient goed geregeld te worden. Er moet meer geld en mankracht naar de beveiliging, zodat gemaakte beloftes waargemaakt kunnen worden en adequate bescherming gegarandeerd is. 

​

  • De krachten moeten worden gebundeld vanuit de overheid en de beroepsgroepen om preventieve maatregelen te nemen om de beroepsgroep weerbaarder te maken en te beschermen tegen ongewenste invloeden van ondermijning. Er worden al initiatieven genomen, zoals weerbaarheidstrainingen, de noodtelefoon en veiligheidsscans, waarbij nauwe afstemming en uitwisseling plaatsvindt tussen bijvoorbeeld de Nederlandse Orde van Advocaten, NCTV, ministerie Justitie en Veiligheid en andere (juridische) beroepsgroepen. Dit moet echter versterkt en uitgebreid worden.

​

  • Splinter is zich bewust van de complicaties die gepaard gaan bij het inzetten van kroongetuigen. Wij zijn van mening dat er slechts over kan worden gegaan tot het inzetten van een kroongetuigentraject op het moment dat er (meer dan) genoeg financiële middelen zijn om voor elke betrokkene – de kroongetuigen, de familieleden van kroongetuigen, andere direct betrokken van kroongetuigen, politiemensen, officieren van justitie en rechters – volledige veiligheid te kunnen garanderen.

 

Het Lale Gülfonds

​

Splinter staat pal voor een samenleving waarin burgers hun vrijheden volop kunnen aanwenden en invullen. Naast politici ontvangen echter meerdere schrijvers, journalisten en advocaten, aanhoudend bedreigingen. Zo krijgt schrijfster Lale Gül met grote regelmaat abjecte verwensingen en bedreigingen toegestuurd. Voor haar, en veel andere burgers, wordt echter geen bescherming geregeld waardoor zij in haar bewegingsvrijheid wordt belemmerd. Terwijl politici zoals Kamerleden en burgemeesters in het geval van bedreigingen wel op beveiliging kunnen rekenen, staan andere burgers er alleen voor. Die ongelijkheid ondermijnt de vrije samenleving, waardoor bedreigers hun doel bereiken. In lijn met de aangenomen motie om geloofsverlaters vanuit de overheid meer bescherming en begeleiding te bieden, stelt Splinter het volgende voor:

​

  • Splinter wil een Lale Gülfonds oprichten, bekostigd door de staat, waaruit beveiliging geregeld wordt voor burgers die structureel bedreigingen ontvangen. Veroordeelde bedreigers moeten, als onderdeel van hun straf, een geldbedrag aan het fonds overmaken. Hoewel symbolisch, worden social media-bedrijven, die met hun algoritmes het plaatsen en delen van haatberichten aanjagen, jaarlijks aangeschreven door de Nederlandse regering met het verzoek ook een bijdrage aan het Lale Gülfonds te verzorgen.

 
​De rechtsstaat hersteld III: versterking van de rechterlijke macht
​

‘Het systeem van de rechtspraak kent kwetsbaarheden die al langere tijd sluimeren. Ze zitten diep en zijn soms structureel. Het toeslagenschandaal is er een symptoom van, met hartverscheurende gevolgen. Ergens is de menselijke maat verloren gegaan en het is tijd om hem terug te vinden.’ Zo sprak de voorzitter van de Raad voor de Rechtspraak in zijn nieuwjaarstoespraak. Woorden die Splinter alleen maar kan omarmen. De zelfreflectie van de rechtspraak over zijn rol in het verliezen van de menselijke maat, zou wat Splinter betreft niet moeten leiden tot het marginaliseren van de rol van de rechter, maar wel tot een fundamenteel gesprek dat onze rechtsstaat versterkt.

 

De rechter is er in een rechtsstaat om rechtsbescherming te bieden, bijvoorbeeld aan het individu tegenover een machtige overheid. Of om de minderheid te beschermen tegen de meerderheid, zodat niet het recht van de sterkste geldt.

 

De rechter vervult daarnaast een normerende rol met zijn uitspraken, zodat mensen weten waar zij aan toe zijn. De rechter bewaakt de norm en bestraft als onze gezamenlijke afspraken worden geschonden. 

 

Waar regels ontbreken of de norm niet duidelijk is, vult de rechter deze nader in, aan de hand van allerlei zorgvuldige toetsingsmethoden die zijn vastgelegd in wetboek en jurisprudentie. Rechters kijken deskundig, integer, onpartijdig en onafhankelijk naar de zaak die voorligt.

 

De rechter is een tegenmacht: iemand die erop let dat de mens centraal staat en de rechtsstaat leidend blijft. Zodat we geen stappen terug doen als het gaat om rechtvaardigheid. Het is daarbij ook belangrijk om te blijven uitleggen wat de samenleving kan en mag verwachten van zijn rechters.

 

  • De rol van de rechter mag niet gemarginaliseerd worden. Splinter zal zich blijven verzetten tegen voorstellen om delen van het werk van de rechter uit te besteden aan de markt of door een juridische procedure, met al zijn zorgvuldigheid en waarborgen op het gebied van rechtsbescherming, af te snijden.

​

  • Artikel 120 van de Grondwet wordt geschrapt. Wetgeving dient in lijn te zijn met de Grondwet, we zijn immers een constitutionele parlementaire democratie. De rechter moet wetgeving daaraan actief kunnen toetsen, zoals in het Toeslagenschandaal daar, achteraf gezien, behoefte aan was geweest.

​

  • Bezuinigingen op de rechterlijke macht worden teruggedraaid en er wordt in plaats daarvan geïnvesteerd. De achterstanden worden ingelopen en lange wachttijden voor rechtszaken worden ingekort. Procedures en rechtszaken moeten niet langer uitgesmeerd kunnen worden over jaren, maar dienen binnen een overzichtelijke tijdsspanne te worden afgerond. De tijd die een zorgvuldige procedure nu eenmaal kost, mag geen reden zijn om de rechter buitenspel te zetten vanwege markt- of efficiëntie-denken. Want: goede rechtspraak is tijdig, maar kost ook tijd.

​

  • Rechterlijke uitspraken moeten, naast goed gemotiveerd, ook leesbaar zijn voor alle betrokkenen. Voor de meeste mensen in Nederland zijn uitspraken van een rechter moeilijk tot niet te lezen. Juridische logica is niet hetzelfde als de werkelijkheid van alledag.

​

  • Pilots met ingewikkelde digitale indiening die niet goed werkt en onnodig vertraging oplevert, moeten worden gestopt.

​

  • Rechters moeten alle ruimte krijgen voor maatwerk en dienen in staat gesteld te worden om een passende straf te bepalen per incident. Het huidige taakstrafverbod wordt ingetrokken.

​

  • Sinds 2021 is de voorwaardelijke invrijheidsstelling verkort naar maximaal 2 jaar van de opgelegde straf. Splinter wil dit terugdraaien. De maatregel zorgt ervoor dat veroordeelden onvoldoende begeleiding en toezicht krijgen na (langdurige) detentie, waardoor de samenleving potentieel onveiliger wordt.

​

  • Splinter wijst een gehele aanwezigheidsplicht voor verdachten af. Het is aan de rechter om te bepalen of een verdachte verplicht moet worden aanwezig te zijn bij zijn rechtszaak. De rechter kan nu al beslissen dat verdachten verplicht bij de behandeling van hun zaak in de rechtszaal aanwezig moeten zijn, maar kan hier ook van afwijken wanneer slachtoffers dat niet willen. Een totale aanwezigheidsplicht kan choquerend en dus niet in het belang van slachtoffers zijn. Wetsvoorstellen die deze beslisruimte van de rechter inperken moeten worden ingetrokken.

​

  • Niet bezuinigen in de strafrechtketen, maar juist investeren. Wachtlijsten voor hulpverleningstrajecten en zorg lopen op. Investeer in uitvoerende en hulpverlenende organisaties als de Reclassering, het Leger des Heils en organisaties die jeugdigen in het strafrecht helpen, omdat zij van wezenlijk belang zijn bij de resocialisatie van veroordeelden en het beperken van herhalingsgevaar. 

​

  • Het Wetboek van Strafvordering wordt gemoderniseerd door nieuwe vormen van criminaliteit, zoals cybercrime, te implementeren in het wetboek.

​

  • Om op den duur middelen vrij te spelen wordt haast gemaakt met de legalisatie van wietteelt. De middelen die hiermee vrijgespeeld gaan worden, doordat geen tijd en inzet meer hoeft te worden besteed aan activiteiten rondom wietteelt, blijven behouden voor de strafrechtketen.

 

​De rechtsstaat hersteld IV: belangen van kinderen gewaarborgd in het juridisch proces

​

Kinderen komen in aanraking met het recht, bijvoorbeeld als ouders gaan scheiden of als kinderen slachtoffer of verdachte zijn van een strafbaar feit. Kindgerichte wetten en beleid moeten zorgen voor het waarborgen van kinderrechten in de praktijk.

​

  • Kinderen dienen passend bejegend te worden in juridische procedures. Er moet geïnvesteerd worden in het op kindvriendelijke wijze horen van kinderen in strafrechtelijke, vreemdelingenrechtelijke en familierechtelijke procedures.

​

  • In iedere strafzaak krijgt een minderjarig slachtoffer of verdachte de individuele beoordeling, bescherming en zorg waar hij of zij recht op hebben.

​

  • Binnen en buiten het strafrecht wordt voor minderjarige slachtoffers en verdachten het aanbieden en de inzet van herstelrechtelijke interventies verbeterd.

​

  • Bij verdenking van een strafbaar feit houden minderjarige verdachten recht op kosteloze rechtsbijstand door een jeugdadvocaat.

  •  

  • In procedures over afstamming, adoptie, gezag, omgang of kinderbeschermingsmaatregelen, krijgen alle minderjarigen vanaf 12 jaar het recht op kosteloze rechtsbijstand door een jeugdadvocaat. Voor minderjarigen onder de 12 jaar wil Splinter voor deze procedures dat zij recht krijgen op bijstand door een bijzondere curator.

recht2
recht3
recht4
recht5
recht6
recht7
recht8
recht9
recht10
recht11
recht12
recht13
recht14
bottom of page